Milan Iket : “We willen stabiele derde nationaler worden”

Een beklijvende match van KSVO tegen FC Lebbeke eindigde met een late penaltygoal voor de thuisploeg. Uitblinker Jonas Aeyels, de doelman van Lebbeke, ging zo toch onderuit, het lot van een keeper kan hard zijn. Dat begreep ook het Oostkampse sluitstuk, Milan Iket, eveneens bezig aan een sterke periode wat hij al bewees in de vorige matchen, zeker tegen Lochristi en ook nu weer.

“Qua kansen zeker een verdiende overwinning” aldus de 24-jarige keeper. “Lebbeke was voor de rust zeker een moeilijk te ontwrichten ploeg. Zelf moest ik in die periode twee keer handelend optreden, één keer op die vrije trap en dan nog met een interceptie om een open kans te verijdelen. We hadden gerekend op een rode kaart toen Canoot tegen de grond werd getrokken, voordien kregen we ook een kans via Dylan (Vanhaeren). Na de rust waren er meer kansen voor ons, maar mijn collega-doelman keepte puik. Ikzelf moest ook de ganse tijd attent zijn en goed meespelen en veel tussenkomen. Ook die collega-doelman van Lochristi deed halve mirakels, het bewijs dat er in derde nationale toch aardig wat goeie keepers zijn. Voor mij is het feit dat ik de voorkeur kreeg van de trainer een beloning voor het harde werk tijdens de voorbereiding. In mijn eerste jaar hier was er een al een zeer goeie sfeer, toen was Dieter Lauwers nog trainer en Kurt Delaere nog assistent. Seizoen twee was een heel kort met maar vier matchen, nu zijn we goed bezig en zijn we co-leider, met hoeveel dat weten we pas na de zondagmatchen.”

Zweven doet Iket zeker niet. “We moeten niet naar de rangschikking kijken of uitgesproken ambities uitspreken. Match per match aanpakken is de boodschap. Wat we wel willen is een stabiele derde nationaler worden, een vaste waarde zijn in deze reeks. KSVO is een familieclub bij uitstek en is toch in volle ontwikkeling om te groeien. De bouw van een nieuwe hoofdtribune en nieuwe kleedkamers, wat begin november zou moeten afzijn, bewijst dit. Oostkamp doet het al jaren op dezelfde manier. Jongens als Canoot en Lenihan zijn hier al jarenlang boegbeelden, ook Vanneste, Lannoo, Vermander en Decloedt zijn hier al meerdere seizoenen, zelf begin ik aan mijn derde jaar begonnen. Hier komen elk seizoen vijf of zes nieuwe spelers bij, vertrekken er bijna evenveel maar de basis blijft. Elke trainer legt zijn accenten, Kurt bijvoorbeeld zorgt voor een goeie voorbereiding met kennis over de tegenstand. Even belangrijk blijft misschien die goeie sfeer in de kleedkamer. We spelen goed voetbal maar weten ook wat knokken voor elkaar is. En als de resultaten dan meevallen (én we hebben nog geen punt gestolen dit seizoen) dan is dat reuze.” Het enorme feestgewoel in de Oostkampse kleedkamer vlak na de match bewees het gelijk van de woorden van Milan Iket.

(DC)